De urgentie van zorggeschikte woonconcepten in vier plaatjes
Uit onderzoek van Finance Ideas blijkt dat woningcorporaties en gemeenten moeite hebben om concrete plannen te maken op het gebied van wonen met zorg. Vier op de tien corporaties beschikt inmiddels over een visie op het thema en nog eens drie op de tien werken er aan, maar voor de productie van met name zorggeschikte woningen lopen corporaties nog niet echt warm.
In dit artikel staan we stil bij de vier grote ontwikkelingen, gevat in vier eenvoudige grafieken. Let op: vooral als u of uw dierbaren binnen nu en 20 jaar de 85-jarige leeftijd bereiken, bieden wij u geen garantie dat u dit artikel met een blij gevoel afsluit.
Relatief weinig gevoel van urgentie bij bestuur en MT
In de afgelopen maanden hebben we een ronde gemaakt langs een flink aantal bestuurders en MT-leden in de corporatiesector om te vragen wat de overwegingen zijn om wel of niet actief met wonen en zorg aan de slag te gaan. Onze belangrijkste conclusie: de urgentie van het thema wonen en zorg wordt relatief beperkt gevoeld. Wonen en zorg moet daarom regelmatig voorrang verlenen aan andere thema’s op de bestuursagenda. Dat is in eerste oogopslag begrijpelijk, want bijvoorbeeld energiearmoede, verduurzaming en de huisvesting van urgente woningzoekers zijn uitdagingen die vandáág om aandacht vragen. En ouderen staan vooralsnog ook niet massaal aan de balie om te klagen dat ze geen zorggeschikte woning kunnen betrekken. Toch gaan grote veranderingen plaatsvinden en die vragen om tijdige sturing op de vastgoedportefeuille.
#1: Het aantal ouderen neemt fors toe
Als het gaat over ouderen dan hebben we het al lang niet meer over iedereen vanaf de pensioengerechtigde leeftijd. Vaak wordt onderscheid gemaakt tussen ‘jonge ouderen’ en 85-plussers. Het onderscheid wordt vooral zichtbaar in de mate waarin sprake is van een ondersteunings- of zorgvraag. Daarom kijken we naar de ontwikkeling van het aantal 85-plussers tussen 2020 en 2040.
Uit de onderstaande grafiek met data van het CPB en het CBS blijkt dat het aantal 85-plussers landelijk gezien ruimschoots gaat verdubbelen. In absolute aantallen gaat het om een toename van 392.000 naar 854.000. De groei in de provincie Zeeland is het laagst – daar wonen nu al relatief veel ouderen – terwijl het aantal 85-plussers in Flevoland het sterkst toeneemt.
Figuur 1: ontwikkeling aantal ouderen (85+)
#2: Het aantal ouderen met een zware zorgvraag stijgt sterk
Als het aantal ouderen stijgt, neemt ook het aantal ouderen met een zware zorgvraag toe. De Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) becijfert dat het aantal ouderen met een verpleegzorgindicatie tot 2040 bijna verdubbelt tot een kleine 350.000. Tegelijkertijd stelt het ministerie van VWS dat het aantal verpleeghuisplaatsen wordt bevroren op 125.000. Omdat mensen met een verpleegzorgindicatie een relatief beperkte resterende levensverwachting hebben, kunnen met deze capaciteit ongeveer 170.000 mensen per jaar worden gehuisvest.
Het huidige beleid leidt er dus toe dat in 2040 de helft van de mensen met verpleegzorg zelfstandig moet wonen buiten het verpleeghuis. Dat zijn in belangrijke mate mensen met (gevorderde) dementie die 24-uurs beschikbaarheid van zorg nodig hebben. Een significant deel van deze mensen is nu én straks huurder van een corporatiewoning.
Figuur 2: ontwikkeling aantal ouderen met verpleegzorgindicatie
#3: Er is onvoldoende zorgpersoneel om alle Wlz-zorgvragers te bedienen
De Sociaal Economische Raad (SER) constateerde al in 2020 dat het aantal mensen dat werkt in de zorg enorm moet toenemen om de vraag bij te houden (‘Zorg voor de toekomst – Over de toekomstbestendigheid van de zorg’, SER, 2020). In 2018 werkte één op de zeven mensen in de zorg. Als we de zorg niet anders organiseren, stijgt dit naar één op de vier in 2040. Het is denkbaar dat de inzet van technologie en beperking van de administratieve lastendruk de effectiviteit van zorgprofessionals doet toenemen, maar het lijkt te ambitieus om te denken dat dit het tekort gaat oplossen.
In haar ‘Advies scheiden van wonen en zorg’ uit juli 2023 stelt de NZa dat scherpe politieke keuzes nodig zijn omdat de schaarste in onder andere personeel ertoe leidt dat niet alle beleidsdoelen van het ministerie van VWS realiseerbaar zijn. In onze woorden: reken er niet op dat de Wlz-zorg zoals die nu is ook in de toekomst voor iedereen beschikbaar zal zijn.
Figuur 3: Aandeel werkenden in de zorg in 2020 en 2040
#4: De beschikbaarheid van mantelzorg neemt af
De limieten aan de inzet van zorgprofessionals leiden ertoe dat het ministerie van VWS inzet op een grotere rol voor mantelzorg. Ook de mantelzorgers vergrijzen echter. Om gevoel te krijgen bij de beschikbaarheid van mantelzorgers wordt vaak de ‘oldest old support ratio’ (OOSR) gebruikt, oftewel de verhouding tussen 50- tot 75-jarigen (als primaire mantelzorgverleners) en 85-plussers (als primaire mantelzorgontvangers). Uit de bevolkingsprognose van het Planbureau voor de Leefomgeving en het CBS blijkt dat de OOSR tot 2040 flink verslechtert. Over heel Nederland bezien neemt de OOSR af van 16 in 2020 tot 7 in 2040. In Zeeland is de OOSR in 2020 en 2040 het laagst van alle provincies, terwijl provincie Flevoland relatief gezien de grootste daling gaat meemaken.
Het wordt daarmee steeds meer van belang dat ook de ‘oldest old’ doelgroep waar mogelijk bijdraagt aan het verlenen van mantelzorg en instandhouden van een sociaal netwerk. De ervaring leert dat fysieke nabijheid daarin van groot belang is omdat mobiliteit met de jaren afneemt.
Figuur 4: Ontwikkeling van de OOSR tussen 2020 en 2040
Ook interessant: Geclusterd wonen: oases in de mantelzorgwoestijn
Corporaties kunnen helpen door te investeren in zorgzame gebouwen en buurten
De vier bovenstaande ontwikkelingen hebben grote maatschappelijke impact. De toegang tot passende zorg staat onder druk, vooral voor lage-inkomensdoelgroepen die door woningcorporaties worden bediend. Als het zorgaanbod tekortschiet, ontstaan problemen bij huurders en worden ook woningcorporaties probleemeigenaar. Gelukkig hoeven corporaties niet lijdzaam toe te zien en kan er veel gebeuren om zowel de huurder/zorgvrager als de zorgprofessional te ondersteunen.
Ook zijn in de praktijk al goede voorbeelden beschikbaar van woonconcepten die bijdragen aan de levenskwaliteit van ouderen. Hier gericht aan werken vergt achtereenvolgens wel een gevoel van urgentie, een scherper beeld bij de uitdagingen in het werkgebied, een visie op wonen met zorg en een perspectief op hoe de corporatie, gemeente en zorginstelling(en) met elkaar tot zo veerkrachtig mogelijk woongebouwen en buurten kunnen komen.
Vragen over de Wonen en zorg?
Onze adviseurs ondersteunen woningcorporaties bij de diverse Wonen en zorg vraagstukken van het ontwikkelen van een portefeuillestrategie, investeringsanalyse, risicoanalyse, huurcontracten tot het opstellen van een businesscase of procesbegeleiding bij uw visie op wonen met zorg. Wilt u vrijblijvend sparren over uw situatie? Neem contact op met Michiel Majoor voor de mogelijkheden.