Nieuwe VBDO-benchmark: van beleid afvinken naar daadkracht aantonen
Artikel van Pensioen Pro in samenwerking met Vincent van Bijleveld.
De nieuwe aanpak van de VBDO bij de duurzame pensioenbenchmark moet de positieve invloed van beleggingen op de echte wereld meten en stimuleren. Dat is lastiger dan het turven van beleidsdocumenten.
Alle pensioenfondsen zijn bezig met duurzaam beleggen, maar er is in de echte wereld nog bar weinig verbeterd. Verdere opwarming van de aarde en teruggang van de biodiversiteit zijn nog steeds grote bedreigingen. Deze constatering van de VBDO (Vereniging van Beleggers voor Duurzame Ontwikkeling) was een van de redenen om de jaarlijkse duurzaamheidsrangorde op een nieuwe leest te schoeien, vertelt Jacqueline Duiker, die sinds 2014 betrokken is bij die lijst.
‘De VBDO-benchmark bestaat al sinds 2006. Sindsdien is er veel veranderd. In het begin deden nog maar weinig pensioenbeleggers aan duurzaam beleggen. Nu is er geen enkel fonds dat niets doet aan esg, deels omdat ze daarover moeten rapporteren aan DNB’, zegt Duiker. ‘Gezien de magere resultaten in de echte wereld is het de vraag of fondsen niet meer kunnen doen.’
Graadmeter
Die jaarlijkse VBDO-benchmark met de vijftig grootste fondsen, gemeten naar belegd vermogen, is gaandeweg steeds invloedrijker geworden. Sommige bestuurders hadden bijvoorbeeld als doel om het volgende jaar hoger te scoren op de lijst. Anderzijds trok een forse daling ook de aandacht. Bestuurders van zo’n fonds hadden iets uit te leggen.
Het opschudden van de criteria heeft flinke gevolgen voor de lijst. De vijf grootste bedrijfstakfondsen, die al jaren de top vijf domineren, scoren lager. Aan de andere kant sprong bijvoorbeeld pensioenfonds Detailhandel van de zeventiende plaats naar nummer een. Door de nieuwe aanpak is de huidige lijst niet meer vergelijkbaar met de voorgaande edities.
FNV: ‘Fondsen moeten meer betalen voor VBDO-benchmark’
FNV betaalt sinds acht jaar bijna een derde van de kosten die gemoeid zijn met de VBDO-pensioenbenchmark. Die kosten waren bij de vorige versie circa €100.000 en vallen bij de nieuwe methode naar verwachting hoger uit. ‘Vanuit onze rol in de pensioenfondsen dringen wij aan op het belang van esg-beleggen. Zo willen we dat sociale rechten en in het bijzonder vakbondsrechten een grote rol hebben in de beleggingskeuzes van pensioenfondsen’, meldt een FNV-woordvoerder. De bond vindt dat pensioenfondsen op den duur een groter deel van de kosten op zich moeten nemen.
De oude benchmark leunde zwaar op beleid. Een fonds met een beleid over bijvoorbeeld uitsluitingen en CO2-reductie kon rekenen op punten. Zelfs gewoon aan de wet voldoen, door niet te beleggen in clustermunitie, leverde een punt op. Omdat steeds meer fondsen en hun vermogensbeheerders dat soort beleidsstukken hebben opgesteld, verdwenen de verschillen tussen fondsen. ‘We wilden een benchmark met lastiger vragen, die aanzetten tot nadenken en die ook de ambities boven tafel brengen’, zegt Duiker.
Mooie beleidsnotities
Duurzaamheidsexpert Daan Spaargaren van PME, een van de voorstanders van de wijziging, is tevreden dat minder punten te verdienen zijn met mooie beleidsnotities. ‘De sterke focus op beleid maakte het relatief makkelijk om wel de woorden op papier te zetten, maar de daden achterwege te laten. Het schrijven van dat soort beleidsstukken was een sport geworden.’
Gewichten van de vier categorieën van de VBDO-pensioenbenchmark. De maximale score is vijf punten. Bron: VBDO
De nieuwe aanpak leidt ertoe dat het invullen van de VBDO-enquête minder een afvinklijst is geworden. ‘De vragen gaan minder over het identificeren van esg-risico’s, zoals bijvoorbeeld overstromingsrisico’s’, zegt Duiker. ‘De vragen zijn specifieker. Ze gaan meer over de manier waarop fondsen het beleid laten doorklinken in hun beleggingen. We willen weten hoe consistent fondsen zijn. Als ze zeggen dat waterbesparing belangrijk is, willen we ook weten hoe dat doorwerkt in hun beleggingsbeslissingen, stemgedrag en engagement.’
‘De draai naar meer nadruk op impact op de echte wereld juich ik toe’, zegt Vincent van Bijleveld, consultant bij adviesbureau Finance Ideas. ‘Dat maakt het meteen wel een stuk lastiger. Het meten van echte impact is immers onwijs moeilijk. Bovendien wordt vergelijkbaarheid problematisch. Je zoekt fondsen die voorop lopen. Die doen iets anders en daardoor krijgt een vergelijking iets subjectiefs.’
Top 10 van de VBDO-pensioenbenchmark.
Ook Spaargaren verwacht dat de nieuwe aanpak ten koste gaat van de vergelijkbaarheid. Maar dat is volgens hem niet erg. ‘Vergelijkbaarheid is niet het doel van duurzaam beleggen. In zekere zin wil je als pensioenfonds niet vergelijkbaar zijn. Ieder fonds heeft een andere achterban. De duurzaamheidswensen van de deelnemers bepalen als het goed is in zekere mate het duurzaamheidsbeleid.’ Spaargaren was een van de experts die de VBDO heeft geraadpleegd over de herijking van de benchmark.
Niet realistisch
Pensioenfonds BPL voor de agrarische sector is het enige fonds dat zich niet kon vinden in de nieuwe meetmethode en daarom niet heeft meegedaan. Het fonds vindt dat de benchmark te rekening houdt met concrete beleggingen zoals vastgoed en niet-beursgenoteerde zaken. ‘We vinden de doelstellingen van duurzaam beleggen van de VBDO niet realistisch en niet passend bij onze primaire rol van pensioenfonds. Zo vinden wij dat impact vooral via de private beleggingen kan worden gerealiseerd, en minder via beursgenoteerde aandelen. Dat wordt onvoldoende meegenomen in de methodologie van de VBDO’, aldus bestuurder Linda Slagter van BPL eerder in Pensioen Pro.
Toelichting individuele beleggingen
De categorie individuele beleggingen legt niet al te veel gewicht in de schaal. De uitkomsten tellen voor 10% mee in het uiteindelijke rapportcijfer. Bij elk onderzoek noemt VBDO drie bedrijven en drie landen. Pensioenfondsen moeten vertellen of ze daarin beleggen en hoe dat past binnen hun duurzaamheidsbeleid. Dit jaar waren het containervervoerder Maersk, AI-ontwikkelaar Nvidia en supermarktketen Tesco. ‘Dit zijn niet al te controversiële bedrijven’, zegt Van Bijleveld. ‘Het is spannender bedrijven zoals Tesla of Amazon te nemen. Die schenden bijvoorbeeld governanceprincipes of arbeidsrechten, maar zitten in veel portefeuilles.’
Duitsland, Hongarije (0,17% van de wereldeconomie) en Indonesië waren de landen. Hierbij gaat het om staatsobligaties. ‘We zijn benieuwd of pensioenfondsen ook aan engagement doen met landen op thema’s zoals klimaatverandering en biodiversiteit’, aldus Duiker.
De relatie tussen ambitie en de daadwerkelijke beleggingen legt een flink gewicht in de schaal in de nieuwe benchmark. De categorieën strategische beleggingsmix (20%) en portfolio (50%) en individuele beleggingen (10%) zijn goed voor 80% van de te behalen punten. ‘We vragen door bij die beleggingen’, zegt Duiker. ‘Als een fonds mensenrechtenschendingen wil aanpakken, willen we zien wat ze bijvoorbeeld doen in hun engagement en stemgedrag in de textielindustrie, die bekend staat om de slechte arbeidsomstandigheden. Alleen letten op financiële esg-risico’s bijvoorbeeld als gevolg van lozen van vies water is niet voldoende.’
Nikkel
Een ander voorbeeld zijn mijnbouwbedrijven. Duiker: ‘Die zijn aan de ene kant belangrijk voor de energietransitie vanwege onder meer nikkel als grondstof van accu’s. Aan de andere kant leidt mijnbouw vaak tot veel vervuiling en nadelige gevolgen voor omwonenden.’ Ook hier vraagt de VBDO door, naar de overwegingen en doelen bij engagement. Alleen zeggen dat engagement plaatsvindt is niet voldoende. Fondsen moeten ook inzicht geven in hun doelen en wat ze doen als die niet worden bereikt.
De VBDO vraagt verder hoe fondsen het beleggen met oog voor klimaat en biodiversiteit invullen. ‘Werken fondsen bijvoorbeeld samen met andere beleggers om bedrijven onder druk te zetten? Welke rol spelen ze in zo’n samenwerkingsverband?’ Verder mogen fondsen een sociaal thema zoals arbeidsomstandigheden of een fatsoenlijk loon, en een vrij thema opvoeren en uitleggen hoe die doorwerken in hun beleggingsbeleid.
Fondsen die hun nek uitsteken door al in een vroeg stadium samen met andere beleggers een vuist te maken, worden in de nieuwe systematiek er sneller uitgepikt. ‘Dat is een van de redenen waarom Detailhandel zo hoog scoort’, zegt Jerôme Magnée van Finance Ideas. ‘Dit fonds zat bij de initiatiefnemers van een circulair fonds van impactinvesteerder Polestar, van het Dutch Engagement Network en van Green, een samenwerking voor engagement bij vastgoedfondsen.’
Tweejaarlijks
De VBDO zal vermoedelijk inboeten op zichtbaarheid door de overgang naar een tweejaarlijkse frequentie. ‘Zowel het invullen als verwerken van de gegevens kost veel tijd en inspanning bij fondsen en VBDO. Verder hebben met name kleinere fondsen dan meer tijd om veranderingen door te voeren’, zegt Duiker. ‘Bij verzekeraars brengen we de benchmark ook eens in de twee jaar uit.’
Van Bijleveld mist in het rapport bij de VBDO-benchmark inspirerende voorbeelden hoe fondsen het beter kunnen. Hij wordt op zijn wenken bediend. ‘In het jaar dat de benchmark niet verschijnt, publiceren we een document met best practices’, zegt Duiker. ‘We merken dat daar behoefte aan is.’
Blijft nog een verzoek van Van Bijleveld staan. Hij mist in de nieuwe benchmark aandacht voor evaluatie van het bestuur over de impact van het duurzaamheidsbeleid. ‘Dat is een gemiste kans. Ik zou willen horen of het bestuur vindt dat ze hun doelen hebben bereikt en waar nog verbeteringen nodig zijn.’
Heb je vragen over het integreren van ESG in een risicoraamwerk?
Heb je een vraag over risicomanagement en ESG-beleid? Of wil je sparren over de mogelijkheden voor jouw organisatie? Neem contact op met Vincent van Bijleveld of stel je vraag via onderstaand formulier.
Samen met het team denkt hij graag mee en ondersteunt hij het bestuur, beleggingscommissie en/of bestuursbureau bij de implementatie van ESG in de beleggingsportefeuille.
"*" geeft vereiste velden aan