Mobiliteit in de stad van de toekomst
In veel steden wordt tot bijna de helft van de oppervlakte gebruikt voor verkeer. Hoe gaat dat straks worden met slimme auto’s? De druk op de schaarse ruimte schiet weinig op met al die superveilige, zero-emission-voertuigen van de toekomst. Zeker niet als dat voertuig naar verwachting ook nog eens veel goedkoper en veel comfortabeler wordt, bijvoorbeeld omdat hij de vervelende stukken van de rit van je overneemt. In tegenstelling tot de hoop en verwachting van velen zal het autogebruik volgens mij dan ook niet afnemen. Voeg daarbij de verstedelijking en ik vrees dat de toekomstige stad meer om mobiliteit draait dan om de bewoner.
Een nieuw mobiliteitssysteem
Dat vraagt een nieuw mobiliteitssysteem dat een stad faciliteert in plaats van een stad die de mobiliteit faciliteert. Dat is precies waarom de EU maar liefst 400 miljoen Euro heeft toegewezen aan het project Mobilus (Mobility for Liveable Urban Spaces). In dat project worden gedurende 7 jaar nieuwe oplossingen voor voertuigen en mobiliteitsdiensten ontwikkeld, worden meer mensen opgeleid op dit gebied, en worden overheden geholpen met implementatie van dit alles. Nederland speelt met 10 projectpartners waaronder de steden Helmond, Eindhoven en Amsterdam een belangrijke rol in dit project, mede omdat we op veel gebieden voorlopen. Denk aan onze fietsinfrastructuur, uniform betaalsysteem voor het OV, de testen met coöperatief rijden rondom Helmond, onze prettige binnensteden: al deze ontwikkelingen krijgen een impuls door dit project.
Maar in wat voor stad wonen we in de toekomst?
Zowat alle toekomstbespiegelingen over mobiliteit beginnen met de claim dat in 2050 bijna 70% van de mensen in steden wonen. Maar de onderliggende rapporten van de VN spreken niet van steden maar van urban areas. Volgens die statistieken is Nederland al 93% geürbaniseerd, dus we hebben het dan blijkbaar ook over Asten, Ter Apel en Kamperland. Maar toch komt altijd weer dat toekomstbeeld van extreme verstedelijking om de hoek. Als je al die TEDx’ers moet geloven woont straks 120% van de mensheid in megasteden. Ik zal u een andere voorspelling doen: over een aantal jaar is er weer een merkbare trek uít de grote steden naar kleinere steden en dorpen. Eigenlijk dezelfde beweging als in de zestiger en zeventiger jaren, om dezelfde reden: veel meer ruimte voor je geld, een tuintje, hechtere sociale structuren, meer vrijheid voor je fietsende kinderen, en een eigen auto voor de deur of warempel misschien zelfs op je eigen perceel. Achter al die aspecten zit een biologische drijfveer, dat verander je niet zo makkelijk.
In Mobilus wordt daarom ook gekeken naar de Europese netwerken van relatief kleine steden – de ‘polycentrische mozaïekmetropolen’ – want die zouden in de toekomst wel eens een revival kunnen meemaken. Met centra waar je kunt leven en erg weinig ziet van het mobiliteitssysteem, behalve de fiets. Want Europese steden zijn mede zo aantrekkelijk omdat ze ontstaan zijn voordat auto’s bestonden. Laten we het snel weer zo inrichten en de kennis daarvan exporteren.
Meer weten over mobiliteit in de stad van de toekomst?
Welke trends en ontwikkelingen zijn belangrijk? Wat staat ons te wachten? Tijdens Finance Ideas Talks op 10 oktober zijn dat dé vragen. Samen met Bas Haring, wetenschapper en filosoof, gaan we op zoek naar de functie van de stad. Matthijs Korevaar praat ons bij over betaalbaarheid van wonen en doet voorspellingen voor de komende jaren. Carlo van de Weijer, Directeur Smart Mobility TU/e, bekijkt het thema vanuit mobiliteit en de impact op de gebouwde omgeving. Bekijk het programma.
Bron: Column van Carlo van de Weijer uit het Financieel Dagblad.