Biodiversiteitstop (COP16): welke doelen en acties zijn besproken?
Vrijdag 28 februari jl. werd in Rome de klap gegeven op een plan om jaarlijks € 200 miljard op te halen ter bescherming van de natuur en haar economische waarde. Dit was nog een open eind van de zestiende biodiversiteitstop (COP16) in Cali vorig jaar. Het is ook een startsein voor nieuwe fondsen die biodiversiteit bevorderen. In dit artikel neemt Cătălina Papari, PhD-kandidaat op het gebied van Sustainable Finance and Innovation, ons mee in de belangrijkste uitkomsten van COP16.
Inhoudsopgave
Biodiversiteit: wat zijn de belangrijkste ontwikkelingen?
Belangrijke ontwikkelingen zijn onder andere de groeiende betrokkenheid van de private sector, de focus op haalbare natuurtransitieplannen en nieuwe financieringsvormen zoals natuurobligaties, staatsobligaties voor natuurbehoud en schuld-voor-natuurruil. De uitkomsten van COP16 onderschrijven het belang dat zowel publieke als private partijen biodiversiteit op de agenda zetten en beleid opstellen voor het behoud ervan. Het geeft concrete handvatten voor het opstellen of herijken van beleid voor bedrijven en financiële instellingen.
Biodiversiteit COP16 in het kort
Bescherming biodiversiteit
- Tegengaan van biodiversiteitsverlies is een economische noodzaak.
- De jaarlijkse biodiversiteitsfinancieringskloof van € 700 miljard moet worden gedicht om doelen zoals het Kunming-Montreal Global Biodiversity Framework (GBF) te halen.
Belang private sector
- Bedrijven worden gestimuleerd om biodiversiteitsimpact te meten en rapporteren (GBF doel 15).
- Hervorming van schadelijke subsidies in sectoren zoals landbouw en mijnbouw is noodzakelijk (GBF doel 18).
- Mobilisatie van € 200 miljard per jaar uit publieke, private, filantropische en internationale bronnen voor natuurbescherming (GBF doel 19).
Benutten van financiële instrumenten
- Tijdens COP16 is het Biodiversity Finance Trends-dashboard gelanceerd voor inzicht in investeringsstromen voor verschillende sectoren.
- Er is publiek-private samenwerking nodig om investeringsrisico’s te verminderen en particuliere investeringen te stimuleren. Cruciaal onderdeel is het de-risken van natuurgerelateerde investeringen aan de hand van blended finance.
Systemische risico’s en centrale banken
- Centrale banken erkennen biodiversiteitsverlies als systeemrisico. Zij onderzochten de sectorale impact van biodiversiteitsverlies en het effect op economische stabiliteit.
Natuurtransitieplannen
- Vergelijkbaar met klimaattransitieplannen, bieden natuurtransitieplannen een concreet kader voor biodiversiteitsacties. De Taskforce on Nature-related Financial Disclosure (TNFD) heeft een discussiedocument gepubliceerd. Het document is open voor consultatie en biedt richtlijnen voor natuurtransitieplannen voor bedrijven en financiële instellingen die een transitieplan ontwikkelen en openbaar maken.
Samenwerking en wegnemen investeringsbarrières cruciaal
COP16 vond plaats in oktober 2024 in Cali, Colombia, een regio die bekend staat om zijn rijke ecosysteem. Volgens de Living Planet Index (WWF, 2024) zijn de populaties van wilde dieren in de afgelopen vijftig jaar met 73% afgenomen. Het thema van COP16 “Make Peace With Nature” benadrukt het (economische) belang van actie en samenwerking in zowel de publieke als private sector. Dit is nodig om de natuur te beschermen en verder biodiversiteitsverlies tegen te gaan.
Ondanks historische onderfinanciering kreeg de bescherming van biodiversiteit veel steun in Cali. De aanwezigheid van meer dan 3.000 zakelijke en financiële leiders benadrukt het toenemende besef van de cruciale rol die financiering speelt in natuurbehoud en het opschalen van natuurpositieve oplossingen.
De grootste uitdagingen liggen in het overwinnen van investeringsbarrières die investeerders al decennia benoemen[1].
Daarbij zijn de vijf grootste:
- Het ontbreken van een coherente definitie van ‘natuurpositieve’ acties[2]. Hierdoor is het moeilijker te bepalen welke acties een positieve dan wel negatieve impact hebben. Het ontbreken van een duidelijke definitie is een belemmering voor het aanpakken van schadelijke subsidies, omdat er geen gedeelde visie is op wat positief is. Ook zijn er geen duidelijke meetbare doelstellingen wat de coördinatie van natuurpositieve acties en beleidsmaatregelen vertraagt.
- De complexiteit van het waarderen (te gelde maken) van biodiversiteit en het integreren in economische kernactiviteiten[3].
- Het hoge risicoprofiel van natuurgerelateerde projecten.
- Het gebrek aan betrouwbare data.
- Het ontbreken van financiële mechanismen die geschikt zijn om bovenstaande uitdagingen aan te pakken[4].
Belangrijkste punten op de agenda van de private sector
Een van de belangrijkste punten op de agenda was het dichten van de jaarlijkse biodiversiteitsfinancieringskloof. Deze kloof komt jaarlijks uit op € 700 miljard. Het dichten van deze kloof is cruciaal voor het behalen van het Kunming-Montreal Global Biodiversity Framework (GBF). Het framework bevat 23 doelen voor 2030 waarvan drie doelen (15, 18 en 19) kerndoelen vormen met betrekking tot essentiële acties voor het betrekken van de private sector.
De omschrijving van deze doelen is:
- Doel 15 moedigt bedrijven aan om hun biodiversiteitsimpact te monitoren en te rapporteren. Dit is momenteel vrijwillig, maar kan verplicht worden om concrete biodiversiteitsacties en verbeterde toegang tot data af te dwingen.
- Doel 18 richt zich op het hervormen van schadelijke subsidies, met name in sectoren zoals landbouw en mijnbouw, en het bevorderen van duurzame initiatieven.
- Doel 19 streeft ernaar jaarlijks € 200 miljard te mobiliseren uit publieke, private, filantropische en internationale bronnen voor biodiversiteitsbescherming en -herstel. In Rome is hier op 28 februari jl. overeenstemming over bereikt.
Het Biodiversity Finance Trends-dashboard, gelanceerd tijdens COP16, biedt een uitgebreid overzicht van de huidige biodiversiteitsfinancieringsstromen en biedt inzichten in investeringstrends in verschillende sectoren.
Publiek-private samenwerking en blended finance: nieuwe vormen betrokkenheid
Overheden werden tijdens COP16 opgeroepen om nationale biodiversiteitsstrategieën en actieplannen (NBSAP’s) te ontwikkelen. Deze plannen moeten biodiversiteit prioriteren, sectorale afhankelijkheden identificeren en inspanningen afstemmen op het GBF. Acht regeringen (waaronder Oostenrijk, Frankrijk, het VK en Quebec) beloofden € 163 miljoen extra aan het Global Biodiversity Framework Fund (GBFF) voor gerichte natuurbeschermingsinspanningen.
Discussies tijdens COP16 benadrukten de uitdaging van het afstemmen van prioriteiten tussen verschillende sectoren en het creëren van samenhangend beleid. Daarnaast vormt de ongelijkheid tussen ontwikkelde en ontwikkelingslanden een uitdaging. Multilaterale ontwikkelingsbanken spelen hier een cruciale rol. Ze moeten samenwerken om financiële middelen (zoals subsidies, leningen of investeringen) efficiënt te verdelen en zich richten op projecten die natuurpositieve ontwikkeling ondersteunen. De verwachting is dat deze banken zich inspannen om de Noord-Zuidkloof te overbruggen en particuliere investeringen te de-risken. Dit laatste kan aan de hand van het afgeven van garanties of door risicovolle delen van investeringen zelf te financieren. Het combineren van publieke met private investeringen (blended finance) verlaagt risico’s, zodat private investeerders sneller geneigd zijn om aan te sluiten.
Financiële innovatie natuurherstel: Schuld voor natuur instrumenten
Natuurobligaties en schuld-voor-natuur swaps kunnen investeringen in klimaat- en natuurbescherming stimuleren. De Debt for Nature Coalition zet staatsschulden om in investeringen voor natuur, zoals Nature Bonds van TNC. Groene bedrijfsobligaties gericht op biodiversiteit hebben ook potentie voor opschaling en het realiseren van natuurgerichte oplossingen in stedelijke omgeving[5].
AI en dataverzameling versterken biodiversiteitsbeleid
Voorspellende AI-tools kunnen natuurgerelateerde risico’s modelleren en datatekorten overbruggen. Voorbeelden zijn het extraheren van gegevens uit financiële rapporten of door initiatieven zoals biodiversity DNA te stimuleren. Het koppelen van biodiversiteitsstatistieken en locatiespecifieke impact aan investeringsmodellen zorgt voor een betere onderbouwing van duurzame keuzes. COP16 benadrukt het belang van kennisdeling en het verbeteren van biodiversiteitsdata.
Risico’s van biodiversiteitskredieten en compensatie markten
Biodiversiteitskredieten en compensatiemarkten brengen risico’s mee. Onderzoek[6] toont aan dat ze de natuur soms juist schaden in plaats van beschermen, zoals bij bosbranden in beschermde gebieden. Het Green Finance Observatory brengt deze uitdagingen op speelse wijze in beeld met een stripserie: “50 shades of Green”.
“Doelen zijn slechts woorden zonder concrete acties” – Inger Andersen, Hoofd van UNEP
Klimaattransitieplannen hebben de afgelopen jaren aan populariteit gewonnen. Natuurtransitieplannen bieden een vergelijkbare leidraad voor concrete acties voor het behoud van biodiversiteit. Een natuurtransitieplan beschrijft de doelen, acties, verantwoordingsmechanismen en beoogde middelen van een organisatie om bij te dragen aan de transitie die het GBF beoogt.
De Taskforce on Nature-related Financial Disclosure (TNFD) publiceerde een discussiedocument ter consultatie. Het biedt richtlijnen voor bedrijven en financiële instellingen die een transitieplan ontwikkelen en openbaar maken. Deze omvatten alle aspecten van natuur, behalve klimaatverandering en broeikasgasemissies als oorzaak van natuurverlies en natuurlijke koolstofvoorraden.
Monitoring rol centrale banken: biodiversiteitsverlies een systemische risico
Centrale banken spelen een belangrijke rol door biodiversiteit op te nemen in kaders voor financiële stabiliteit en natuur als een systemisch risico te behandelen. Zo analyseerde De Nederlandse Bank hoe biodiversiteitsverlies haar aandelenportefeuille kan beïnvloeden (DNB Study, 2024). Ook de Europese Centrale Bank onderzoekt de impact van natuur op economische stabiliteit en sectorale risico’s (ECB Bulletin, 2024). Met deze aanpak nemen centrale banken een hoofdrol in het oplossen van biodiversiteitsproblemen en het aanpakken van grote risico’s in de financiële sector.
Zelf aan de slag met het opstellen of herijken van beleid?
Heb je een vraag omtrent biodiversiteit of het opstellen van ESG beleid? Of heb je behoefte aan een externe kritische blik die kan challengen op zowel de inhoud als het proces? Neem contact op met Jerôme Magnée of stel je vraag via onderstaand formulier. Ons team denkt graag mee en ondersteunt het bestuur, beleggingscommissie en/of bestuursbureau bij de implementatie van ESG in de beleggingsportefeuille.
[1] Löfqvist, S., Garrett, R. D., & Ghazoul, J. (2023). Incentives and barriers to private finance for forest and landscape restoration. Nature Ecology & Evolution, 7(5), 707–715.
[2] Zu Ermgassen, S. O. S. E., Howard, M., Bennun, L., Addison, P. F. E., Bull, J. W., Loveridge, R., Pollard, E., & Starkey, M. (2022). Are corporate biodiversity commitments consistent with delivering ‘nature-positive’ outcomes?
[3] Giglio, S., Kuchler, T., Stroebel, J., & Wang, O. (2024). The Economics of Biodiversity Loss (Working Paper 32678).
[4] Apostolopoulou, E. (2020). Nature Swapped and Nature Lost: Biodiversity Offsetting, Urbanization and Social Justice. Springer Nature.
[5] Papari, C.-A., Toxopeus, H., Polzin, F., Bulkeley, H., & Menguzzo, E. V. (2024). Can the EU taxonomy for sustainable activities help upscale investments into urban nature-based solutions?
[6] Wunder, S., Fraccaroli, C., Bull, J. W., Dutta, T., Eyres, A., Evans, M. C., Thorsen, B. J., Jones, J. P. G., Maron, M., Muys, B., Pacheco, A., Olesen, A. S., Swinfield, T., Tegegne, Y. T., White, T. B., Zhang, H., & Ermgassen, S. zu. (2024). Biodiversity credits: Learning lessons from other approaches to incentivize conservation.
"*" geeft vereiste velden aan