Effectiviteitstoets derivaten



Categorie Zorginstellingen

Onderwerpen

Hoewel het aantal derivaten dat in de zorgsector wordt afgesloten sterk afneemt, zijn er nog steeds diverse zorginstellingen met derivaten in de boeken, met name Swaps. Bij de verwerking in de jaarrekening geniet het voor hen de voorkeur om deze op basis van kostprijshedge accounting te verwerken. Dit leidt immers niet tot mutaties in het resultaat als gevolg van een waardeverandering van het derivaat. De RJ stelt echter wel eisen aan het mogen toepassen van kostprijs-hedge accounting. In RJ 290.634 wordt gesteld dat de rechtspersoon op elke balansdatum voor een kostprijshedge dient te bepalen of er sprake is of is geweest van ineffectiviteit (dat is de mate waarin de waardeveranderingen van het hedge-instrument die van de afgedekte positie niet compenseren).

De effectiviteitstoets bestaat in feite uit twee delen:

  • Kwalitatieve analyse op de kritische kenmerken van een hedge-instrument (rente swap) en de afgedekte positie (marktrente roll-over lening)
  • Kwantitatieve analyse indien uit de kwalitatieve analyse blijkt dat er sprake is van ineffectiviteit (kritische kenmerken zijn niet gelijk aan elkaar)

Kwalitatieve analyse

Om een goede waardering uit te kunnen voeren, dienen de (kritische) kenmerken van de renteswaps en leningen inzichtelijk te zijn. Indien de kritische kenmerken van het derivaat en de afgedekte positie overeenkomen, zijn verdere kwantitatieve berekeningen van ineffectiviteit niet noodzakelijk.

Voorbeelden van kritische kenmerken zijn:

  • Hoofdsom;
  • Amortisatieschema;
  • Startdatum;
  • Einddatum;
  • Betaal data rente/aflossing;
  • Rentevoet;
  • Day count convention;
  • Floor clausule.

De RJ stelt zelf dat er geen ineffectiviteit bestaat indien voor een renteswap het referentiebedrag en de hoofdsom, de looptijd, de renteherzieningsdata, de data van ontvangst en betaling van rente en aflossingen, en de basis voor het bepalen van de rentevoet voor het hedge-instrument en de afgedekte positie gelijk zijn.

Kwantitatieve analyse

Op het moment dat uit de kwalitatieve analyse blijkt dat er sprake is van ineffectiviteit (kritische kenmerken zijn niet gelijk aan elkaar) dan is een kwantitatieve analyse noodzakelijk. De kwantitatieve ineffectiviteitsmeting wordt uitgevoerd in overeenstemming met die van het reële-waarde-hedge-accountingmodel of het kasstroomhedge-accountingmodel. De meest geëigende invulling van deze ineffectiviteitsmeting is het vergelijken van de cumulatieve verandering van de reële waarde van de afgedekte positie in het aanwijzen van de hedgerelatie.

In sommige gevallen is er bij de afgedekte positie geen sprake van waardeveranderingen. Dat is bijvoorbeeld het geval als een lening met een variabele rente wordt afgedekt door middel van een renteswap. Een lening met een variabele rente heeft immers altijd een waarde die dicht tegen de kostprijs ligt. In dat geval is dus geen sprake van schommelingen in de reële waarde.

Hypothetisch derivaat als tussenstap voor het vaststellen van de ineffectiviteit

Om dan toch de ineffectiviteit vast te kunnen stellen is een tussenstap noodzakelijk, namelijk het vaststellen van een hypothetisch derivaat. Dit is een derivaat dat op het moment van aangaan van de hedge relatie precies dezelfde kritische kenmerken heeft als de afgedekte positie.  Als het werkelijk afgesloten derivaat een marktwaarde heeft die meer negatief is dan de marktwaarde van dit hypothetisch derivaat, is het noodzakelijk dit ten laste van het resultaat te verantwoorden.  

Kwantitatieve analyse wordt uitgevoerd in Bloomberg terminal

De kwantitatieve analyse is dusdanig complex dat deze uitgevoerd moet worden in pricing en waarderingstools zoals Bloomberg. Onderstaand volgt een voorbeeld met uitkomsten van cumulatieve waardeverandering van de reguliere swap (IRS) en het hypothetische derivaat (lening).

Op basis van de cumulatieve waardeverandering zoals weergegeven in de tabel, resulteert de hedge in een “underhedge” (< 100%) van 89,28% en daaropvolgend in een ineffectiviteit van € – 87.709. Hoewel er sprake is van ineffectiviteit wordt deze niet verwerkt, omdat de reële waardeverandering van het hedge-instrument kleiner is dan de reële waardeverandering van de afgedekte positie als gevolg van het afgedekte risico.

Voorbeeld hedgerelatie

Hedge relatieWaarde bij aanvangWaarde 2018Cumulatieve waardeverandering
 13 mei 201231 december 2018 
IRS € – 2.120.903 € – 1.390.076 € 730.827
Lening € 2.120.903 € 1.302.367 € – 818.536
Effectiviteit     89,28%
Ineffectiviteit     € – 87.709

Meer weten over de ineffectiviteitstoets of over de berekening?

Bent u bezig met de verwerking van de derivaten in de jaarrekening en heeft u vragen over de eisen die RJ stelt aan het toepassen van kostprijs-hedge accounting of over de berekening? Stel uw vraag via onderstaand formulier of neem contact op met onze adviseurs.  Finance Ideas ondersteunt zorginstellingen met de ineffectiviteitstoets en andere treasury activiteiten. Neem contact op met Pim Diepstraten voor de mogelijkheden.

"*" geeft vereiste velden aan

Stel een vraag over de effectiviteitstoets derivaten

Door dit formulier te verzenden gaat u akkoord met onze privacyverklaring. Na het versturen van dit formulier worden alleen de gegevens opgeslagen en verwerkt die u hierboven invult; er wordt geen andere informatie verzameld.

Directeur zorg en senior adviseur
Gerelateerde artikelen

Typ hier uw vraag...