Kent u Ester al? ESTER staat voor euro short-term rate



Categorie Zorginstellingen

Onderwerpen ,

ESTER staat voor euro short-term rate en is een nieuwe referentierente. De ECB heeft ESTER (€STR) voor het eerst op 2 oktober 2019 gepubliceerd.  

Wat zijn referentierentes? 

Referentierentes spelen een belangrijke rol in financiële contracten, zoals hypotheken, rekening courant faciliteiten en leningen. Ook uw zorginstelling heeft (hoogstwaarschijnlijk) te maken met referentierentes. Denk aan de marktrente die u betaalt op roll-overleningen, investeringsfaciliteiten, en RC-faciliteiten. De totale rente die u op dergelijke leningen betaalt bestaat uit de referentierente plus een opslag. Daarnaast worden referentierentes bijvoorbeeld gebruikt door de ECB, door ondernemingen bij het waarderen van balansposten en bij derivaten. Het moge duidelijk zijn dat referentierentes een belangrijke rol spelen in (de stabiliteit van) de economie, de activiteiten van banken en het financieel stelsel. Voorbeelden van referentierentes zijn EONIA, LIBOR en EURIBOR.  

Hervorming referentierentes hard nodig?  

Des te belangrijker dus dat referentierentes betrouwbaar en transparant zijn en een onvertekend beeld laten zien. De LIBOR-affaire heeft aangetoond dat het hier nog weleens aan schort. Diverse banken hebben schadeclaims moeten betalen als gevolg van het manipuleren van de referentierente, als gevolg hiervan worden nieuwe eisen gesteld aan referentierentes en is er zelfs een nieuwe referentierente ontwikkeld: €STR.   

ESTER vervangt EONIA 

ESTER gaat EONIA (euro overnight index average) vervangen, waarbij EONIA vanaf 3 januari 2022 volledig verdwijnt. EONIA is de huidige referentierente voor daggeld in het eurogebied. Dit geeft de rente weer voor geld dat banken elkaar lenen voor een zeer korte periode (overnight) en zonder zekerheid.  

De belangrijkste wijzigingen van ESTER ten opzichte van EONIA zijn: 

  • EONIA geeft de rente weer die banken elkaar in rekening brengen voor het lenen van (dag)geld, ESTER geeft de rente weer die een bank moet betalen indien het (dag)geld leent van een bredere groep financiële tegenpartijen (dus niet enkel andere banken, maar bijvoorbeeld ook pensioenfondsen, centrale banken en overige financiële partijen) 
  • De berekening van ESTER is gebaseerd op werkelijke transacties van een groter aantal banken 

Vervangt ESTER ook EURIBOR?  

Een referentierente die u waarschijnlijk wat vaker tegenkomt in de praktijk is EURIBOR (Euro Interbank Offered Rate). Wordt de EURIBOR nu ook vervangen vraagt u zich misschien af? De berichtgeving hierover is niet altijd even duidelijk geweest. EURIBOR blijft in principe bestaan. Wel wordt de onderliggende methodiek voor de bepaling van de EURIBOR hervormd om te kunnen voldoen aan de nieuwe eisen van de EU BMR (Benchmarks Regulation). Deze nieuwe eisen hebben onder andere betrekking op de inputgegevens en methodologie voor het vaststellen van de diverse referentierentes. De referentierentes in de “oude” vorm voldoen niet aan deze eisen en mogen na 2021 (overgangsregeling) niet meer worden gebruikt.  Hierbij worden EONIA en LIBOR volledig vervangen door een nieuwe referentierente en wordt EURIBOR dus hervormd.   

De wijzigingen van EURIBOR 

De EMMI (European Money Markets Institute) en de panel van banken (die de inputgegevens aanleveren) hebben de hervorming inmiddels succesvol afgerond (28 november 2019). Deze hervorming heeft geresulteerd in een hybride methode, waarbij drie verschillende inputlevels worden geprioriteerd en gebruikt. Hierbij moeten werkelijke transacties (van de panel van banken) worden gebruikt in geval deze beschikbaar en geschikt zijn. Is dit niet het geval? Dan worden andere gerelateerde (marktprijs)bronnen gebruikt. Meer informatie is op de site van de EMMI te vinden.  

Wat verandert er voor u?  

EURIBOR verdwijnt niet. Dit betekent dat in bestaande en nieuwe kredietovereenkomsten de term EURIBOR gebruikt kan blijven worden.  Wel heeft de ‘working group on euro risk-free rates’ recent (november 2019) een aantal (high level) aanbevelingen gepresenteerd. De belangrijkste hiervan is dat alle kredietovereenkomsten een zogeheten ‘fallback clause’ (terugvalbepaling) moeten bevatten. In deze bepaling dient te zijn opgenomen welke procedure van toepassing is indien de referentierente wordt gewijzigd of (tijdelijk) niet meer beschikbaar is. Marktpartijen lijken vooralsnog niet verplicht om een dergelijke ‘fall back clause’ op te nemen.  

Voor contracten waarin EONIA of LIBOR als referentierentes worden gebruikt is de impact velen malen groter, omdat deze immers ophouden te bestaan. Er geldt tot eind 2021 een overgangsregeling waarin partijen de tijd krijgen om over te stappen naar de (al dan niet nog te ontwikkelen) nieuwe referentierente.  

Heeft u vragen over het effect op uw kredietovereenkomst? 

Heeft u vragen over de consequenties van ESTER op de marktrente of bij het waarderen van balansposten en derivaten? Stel uw vraag aan Pim Diepstraten, hij denkt graag met u mee.  

Behoefte aan een sparringpartner rondom uw investeringsbeslissingen? Onze adviseurs ondersteunen zorginstellingen snel en efficiënt bij het opstellen van een besluitvormingsdocument en bijbehorende financiële analyses. Ze weten wat er speelt in de zorgsector en spreken de taal van de bank en beleggers. 

"*" geeft vereiste velden aan

Stel een vraag over ESTER

Door dit formulier te verzenden gaat u akkoord met onze privacyverklaring. Na het versturen van dit formulier worden alleen de gegevens opgeslagen en verwerkt die u hierboven invult; er wordt geen andere informatie verzameld.

Directeur zorg en senior adviseur
Gerelateerde artikelen

Typ hier uw vraag...