Prinsjesdag 2024: Wat betekenen de plannen voor de zorgsector?
Op Prinsjesdag 2024 presenteerde kabinet-Schoof de plannen voor het komende jaar. In de gepresenteerde plannen ligt de focus op het aanpakken van de onzekerheden in de zorg. Ook onderstreept het kabinet het belang van onze gezondheid. Hierbij gaat bijzondere aandacht uit naar kwaliteit, toegankelijkheid, arbeidsmarktkrapte en bestaanszekerheid. Wat betekenen de plannen voor uw zorginstelling? In dit artikel de belangrijkste conclusies op een rij.
Inhoudsopgave
Vergroting van de toegankelijkheid in de zorg
Het kabinet streeft naar een gelijkmatigere toegang tot zorg, met hierbij urgentie als leidraad en niet de portemonnee. Het kabinet beoogt dit deels te bereiken door het eigen risico te verlagen naar € 165 vanaf 2027 (in 2025 en 2026 blijft het eigen risico nog € 385). Deze verlaging kan leiden tot een hogere zorgvraag, terwijl de zorgcapaciteit juist onder druk staat en additionele zorgvraag financieel niet of beperkt wordt gecompenseerd.
Andere maatregelen zijn een maximum van € 50 per behandelprestatie in ziekenhuizen en een verhoging van de zorgtoeslag voor mensen met lagere inkomens. De zorgpremies worden gecompenseerd door belastingverlagingen en een vermindering van de AOF-premie. De maatregelen leggen een grote financiële druk op de VWS-begroting, circa € 2,2 miljard. De financiële dekking lijkt te moeten komen uit andere departementen.
Aanpak verlagen arbeidstekorten in de zorg
De personeelskrapte in de zorg krijgt hoge prioriteit van het kabinet. In plaats van het aantrekken van extra personeel, ligt de focus op een efficiëntere inzet van de huidige medewerkers. Het doel is om in 2030 een halvering van de tijd dat een zorgmedewerker bezig is met administratieve lasten gerealiseerd te hebben. Het gebruik van generatieve kunstmatige intelligentie (AI) en het aanpassen van wet- en regelgeving ziet het kabinet daarbij als belangrijke randvoorwaarden. Overbodige administratieve regels worden afgeschaft en er wordt ingezet op standaardisatie en vertrouwen in medewerkers. Daarnaast stelt het kabinet dat zorgverzekeraars en zorgkantoren gelijkwaardige eisen moeten stellen aan administratieve informatievoorziening. Er komt een medisch-ethisch kader voor diagnostische AI en de gegevensuitwisseling en -beschikbaarheid in de zorg moet worden verbeterd. Uiteraard binnen de kaders van privacy en informatiebeveiliging.
Voor al deze ontwikkelingen wordt in 2025 € 162 miljoen beschikbaar gesteld. Het kabinet stelt € 54 miljoen ter beschikking voor de Stimuleringsregeling Technologie in Ondersteuning en Zorg (specifiek voor de wijkverpleging, verpleeghuizen en gehandicaptenzorg). Dit budget ondersteunt bewezen digitale werkvormen, met subsidies van € 25.000 voor de implementatiestart en tot € 750.000 voor opschaling en evaluatie.
Regelgeving voor behoud personeel
Een belangrijk doel is het behoud van medewerkers in loondienst. Het kabinet wil zorgmedewerkers helpen door mantelzorgers en flexibele werkopties te ondersteunen en het verlofstelsel te vereenvoudigen. Dit kan leiden tot verminderde personeelsuitval en kan dus kostenbesparing opleveren voor zorginstellingen. De regelgeving wordt aangepast zodat het Zorginstituut en zorgpartijen beter gefundeerde keuzes maken over welke zorg in het pakket blijft, op basis van effectiviteit. Het doel is om beschikbaarheid van personeel beter te matchen met de zorgvraag. Er wordt ook ingezet op het vergroten van werkplezier en vakmanschap door opleidingsmogelijkheden en arbeidsomstandigheden te verbeteren. Enerzijds door meer autonomie, vertrouwen, en een betere balans tussen flexibel en vast personeel. Anderzijds door de mogelijkheid te bieden om bij meerdere organisaties of op verschillende locaties in de regio te werken. Daarnaast komt er een taakstrafverbod voor fysiek geweld tegen zorgverleners en een campagne tegen geweld in 2025. Het voorgaande, in combinatie met striktere wetgeving en handhaving ten aanzien van schijnzelfstandigheid, zou ruimte moeten bieden op de krappe arbeidsmarkt. De impact van PNIL op de financiële positie van zorginstellingen blijft groot. Uitgebreide scenarioanalyses en een meerjarenraming zijn goede tools om uw inzichten hierin te vergroten.
Ziekenhuizen: samenwerken voor beter toegang tot zorg
Er zijn plannen om het bestaande zorgakkoord uit te breiden en te verdiepen. Daarbij ligt de nadruk op samenwerking in de eerste lijn en het verlagen van drempels voor startende praktijkhouders om overnames te vergemakkelijken. Grote ziekenhuizen en kleinere streekziekenhuizen moeten meer gaan samenwerken, waarbij het de insteek is dat grotere ziekenhuizen kleinere instellingen ondersteunen. Dit moet de zorg toegankelijker maken en ervoor zorgen dat eenvoudige operaties niet alleen in grote ziekenhuizen plaatsvinden. De financiële middelen die hiervoor nodig zijn, lijken vooralsnog niet te zijn ingerekend en er bestaat tevens onzekerheid over wat dit additioneel vraagt van de arbeidsmarkt.
Focus op meerjarige financiële plannen
Verder stimuleert het kabinet meerjarige financiële afspraken met ziekenhuizen om hen zekerheid te geven over hun financiële toekomst. De beschikbaarheid van spoedeisende zorg en acute verloskunde wordt verbeterd. Er komt regelgeving die ziekenhuizen verplicht om een zorgvuldige afweging te maken over het wel of niet afbouwen van acute zorg in het aanbod. Het is nog onduidelijk hoe dit eruit gaat zien. Totdat deze regelgeving volledig is doorgevoerd, komt er een tijdelijke (financiële) handreiking om het aanbod van acute zorg te waarborgen. Ook wordt de telefonische bereikbaarheid van de spoedzorg uitgebreid. De financiering voor acute spoedeisende hulp, acute verloskunde en intensive care afdelingen, worden gebaseerd op een vast budget. Het kabinet vraagt de NZa om gefaseerd en zo snel mogelijk budgetbekostiging mogelijk te maken. Dit bevordert samenwerking en biedt kleinere ziekenhuizen meer zekerheid. Zorgverzekeraars gaan deze zorg dan op dezelfde manier inkopen als ambulancezorg, wat de marktwerking vermindert en de toegankelijkheid verbetert. Voor het einde van 2024 moet er een akkoord zijn voor de jaren 2025-2028. Voor ziekenhuizen is het met name de vraag of dit leidt tot een lagere financiële dekking. Er zijn vooralsnog geen additionele middelen voor gereserveerd.
Ouderenzorg: eerder voorgenomen bezuinigen van tafel
Het kabinet wil zorgwetten in de ouderenzorg beter op elkaar afstemmen en mogelijk samenvoegen. Er komt een hoofdlijnenakkoord om arbeidsmarktekorten aan te pakken en de financiële houdbaarheid te waarborgen. Herindicatie voor verpleeghuisbewoners worden afgeschaft, en palliatieve en terminale zorg worden vanzelfsprekend onderdeel van reguliere zorg.
Onzekerheid financiering ouderenzorg, IZA & bezuinigingen
In het regeerakkoord staat vermeld dat het kabinet in 2025 een beslissing gaat maken hoe de € 600 miljoen voor betere ouderenzorg ingezet moet worden. Voorlopig blijft het de vraag in welk jaar de middelen beschikbaar komen en waarvoor ze precies gebruikt zullen worden, aangezien deze niet expliciet terugkomen in de miljoenennota. Opvallend is dat er wel € 600 miljoen aan IZA-gelden is overgeboekt naar een aanvullende post voor de jaren 2027 en 2028, in afwachting van een besluit over de verlenging van het IZA. Hierdoor blijft de toekomst van het IZA en hoe financiële middelen worden ingezet onzeker.
Daarnaast zijn er specifieke bezuinigingen gerelateerd aan de digitalisering in de Wlz. In het hoofdlijnenakkoord was afgesproken dat deze zouden oplopen tot € 270 miljoen in 2029, gericht op de GHZ en VVT. Nu is deze bezuiniging verlaagd naar structureel € 183 miljoen in 2029. Dit verlaagt de druk op de sector om efficiëntie te vergroten via digitalisering.
Ook interessant: Ouderenzorg moet vanaf 2026 nog steeds meer dan € 500 miljoen besparen
Herintroductie van verzorgingshuizen wordt onderzocht
Tegen 2030 is het streven 290.000 woningen voor ouderen te hebben gerealiseerd. Ook wordt de haalbaarheid van de terugkeer van verzorgingshuizen onderzocht. De staatssecretaris van Langdurige en Maatschappelijke Zorg houdt toezicht op de kwaliteit van zorginstellingen, terwijl de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport verantwoordelijk is voor de gebouwde omgeving. Het programma Wonen, Ondersteuning en Zorg voor Ouderen wordt langs deze lijnen opgedeeld.
Houdbaarheidsdatum bezuinigingsmaatregelen
De eerder voorgenomen bezuinigingen (doorontwikkeling kwaliteitskader, behandeling en meerjarig contracteren) op de ouderenzorg zijn voor komend jaar van tafel. Dit brengt volgens Anneke Westerlaken, voorzitter van ActiZ, enige rust in de sector. Maar deze rust heeft een houdbaarheidsdatum. Ze waarschuwt dat de onduidelijkheid over mogelijke bezuinigingen vanaf 2026 opnieuw onrust zal veroorzaken. Kijkend naar de miljoenennota is deze waarschuwing terecht, het besparingsverlies dat in 2025 staat, vervalt in 2026, wat wijst op het continueren van de kortingen. Zorgaanbieders hebben behoefte aan blijvend passend beleid en stabiele financiering op de lange termijn. De dreiging van nieuwe bezuinigingen vanaf 2026 dempt investeringsbereidheid en maakt financiële prognoses ingewikkelder.
Focus zorg verschuift naar preventie en gezondheid
Preventie staat centraal in het beleid, met als doel een gezonde generatie in 2040. Dit omvat het creëren van een gezondere leef- en schoolomgeving, het beperken van marketing van ongezonde producten gericht op kinderen en jongeren, en stimulering van vaccinaties door voorlichting. Er wordt in samenwerking met zorgorganisaties gewerkt aan een investeringsmodel voor preventie. Ter bevordering van beweging komt er ondersteuning voor sportinfrastructuur en duurzame leefomgevingen.
Meer weten over de impact op uw strategisch (vastgoed) beleid?
Wilt u weten wat de plannen betekenen voor de haalbaarheid van uw strategisch (vastgoed) beleid en financiële continuïteit? Neem contact op met Daan van Houtum om hier vrijblijvend over te sparren.
"*" geeft vereiste velden aan