Slechte woningkwaliteit drijft reeds hoge zorgkosten op



Categorie Zorginstellingen, Woningcorporaties

Onderwerpen

Het zorgstelsel in Nederland wordt regelmatig uitgeroepen tot het beste van Europa1, maar toch staat de betaalbaarheid van de zorg onder druk. Dat komt door een toename van de zorgkosten en een steeds toenemende vraag. Als gevolg van toenemende welvaart en vergrijzing staat het stelsel voor een steeds grotere uitdaging in het voorzien en financieren van zorg.

Publieke gezondheidsuitgaven2
Als percentage van het BNP

Publieke gezondheidsuitgaven

De figuur hierboven toont een stijgende lijn in de publieke gezondheidsuitgaven. Daarnaast zijn de volksgezondheidsuitgaven in Nederland relatief hoog ten opzichte van het Europees gemiddelde. Als het nationale beleid niet gericht wordt op het verlagen van de gezondheidsuitgaven, zal de financiële druk op diegenen met een laag inkomen niet afnemen. Wat dat betreft is voorkomen beter dan genezen en om dat te bewerkstelligen is het van belang om de oorzaken van de vraag naar zorg te onderzoeken. Eén van die oorzaken ligt in het milieu.

“De hoge kwaliteit van de Nederlandse zorgsector gaat hand in hand met relatief hoge gezondheidsuitgaven”

Bestaande literatuur en academische bijdrage

Er is al flink veel onderzoek gedaan naar het effect van het milieu op de gezondheid, maar de bestaande literatuur richt zich voornamelijk op het effect van de buiten-omgeving. De gemiddelde Nederlander brengt echter circa 90% van zijn dag binnen door3, vooral in de eigen woning. Dit geeft aan dat het binnenklimaat van woningen waarschijnlijk veel invloed kan hebben op de gezondheid van bewoners. Er is al bewijs van duidelijke gezondheids-verbeteringen ten gevolge van een beter woonklimaat in ontwikkelingslanden (e.g. cementvloeren in plaats van aarde vloeren4). Voor Westerse landen, waar de woningkwaliteit al veel minder primitief is, is dit bewijs er nog vrijwel niet (Aydin et al., 2017). Ons onderzoek zal dienen als een basis voor voortschrijdend onderzoeken met de onderzoeksvraag:

“Wat is het effect van de woningkwaliteit op bewonersgezondheid?”

Gezondheid en woningkwaliteit gespecificeerd

Om de onderzoeksvraag te beantwoorden maken we gebruik van verschillende indicatoren voor gezondheid, namelijk:

  • Percentage bewoners met duidelijke slechte gezondheid
  • Percentage respondenten dat zich gehinderd voelt door ziekte
  • Aantal medische bezoeken per jaar (huisarts, psycholoog en medisch specialist)

Slechtere gezondheid waarneembaar voor woningen van lagere kwaliteit
Op basis van slechte gezondheid, hinder, en aantal medische bezoeken

Slechtere gezondheid waarneembaar voor woningen van lagere kwaliteit

De woningkwaliteit wordt getoetst aan de hand van enerzijds een algemene tevredenheidscore en anderzijds diverse specifieke problemen. Enkele inleidende resultaten zijn hierboven weergegeven.

“Er lijkt een negatief verband te zijn tussen woningkwaliteit en gezondheid”

Typering woningproblemen

Woningproblemen worden als volgt gecategoriseerd (in volgorde van voorkomen):

  • Geluidsoverlast (12%)
  • Te kleine woonruimte (7%)
  • Vochtontwikkeling (4%)
  • Ontoereikende verwarming (3%)
  • Rot (3%)
  • Te donkere woonruimte (2%)
  • Lekkages (2%)

Deze verdeling van problemen in de woning is representatief voor de Nederlandse woningvoorraad. Bestaand onderzoek toont aan dat vochtproblemen (6%-16%5), schimmel (9%6), en problemen met de binnentemperatuur (17%7) in hogere mate voorkomen.

Verband tussen woningproblemen en gezondheid

Er lijkt een verband te bestaan tussen woningkwaliteit, inkomen, leeftijd, en gezondheid. Zoals duidelijk wordt uit de figuur hieronder is het gemiddelde gebruik van gezondheidszorg hoger in het eerste dan in het vierde inkomenskwartiel, ongeacht de kwaliteit van de woning. Onze interesse ligt echter in het verschil tussen het gebruik van medische voorzieningen van personen die in een kwalitatief goede of slechte woning leven.

Gebruik van medische voorzieningen
Laagste en hoogste inkomens- en leeftijdskwartielen

Gebruik van medische voorzieningen

Op basis van bovenstaande figuur concluderen we dat een slechte woningkwaliteit het gebruik van gezondheidszorg beïnvloedt, ongeacht het inkomenskwartiel. De relatieve toename in zorggebruik is echter het grootst voor het laagste kwartiel: het zorggebruik neemt toe met 31% wanneer deze personen in een woning van slechte kwaliteit leven. Een soortgelijk verband lijkt evident wanneer we kijken naar het laagste en hoogste leeftijdskwartiel. Zoals verwacht maken jongeren minder gebruik van gezondheidszorg dan ouderen. We observeren dat een slechte woningkwaliteit mogelijk leidt tot een toename in het gebruik van gezondheidszorg. Deze relatie lijkt voor jongeren het sterkst: leven in een woning van slechte kwaliteit zorgt voor een toename van 27% in zorggebruik.

“Een woningkwaliteitseffect is aanwezig, het hangt af van inkomen en leeftijd”

Grote verschillen tussen huurders en eigenaren

Het inkomen en de leeftijd spelen een belangrijke rol bij de gezondheid van bewoners. Daarnaast lijkt de gevoeligheid voor een slechte woningkwaliteit, uitgedrukt in zorggebruik, hier ook van afhankelijk. De logische vraag die hieruit volgt is: “verschillen de effecten dan ook tussen huurders en eigenaren?” Huurders hebben gemiddeld gezien een lager inkomen. Op basis van eerdere resultaten verwachten wij daarom dat zij vaker bewoners zijn van woningen van slechte kwaliteit en hier tevens mogelijk zwaarder onder lijden.

Er zijn grote verschillen waarneembaar tussen huurders en eigenaren. 39% van de huurders geeft aan te leven in een woning van slechte kwaliteit, tegenover 15% van de eigenaren. Daarnaast bedraagt de tevredenheidsscore met betrekking tot de woning gemiddeld een 7,4 voor huurders, waar eigenaren een 8,2 geven (op een schaal van 0 tot 10). Een mogelijke uitleg is dat eigenaren over meer financiële middelen beschikken om de kwaliteit van hun woning te beïnvloeden en ook meer vrijheid hebben om dat zelf te doen. De verdere analyses maken daarom een onderscheid tussen enerzijds huurders (incl. sociale huurders) en anderzijds eigenaren.

“Huurders beoordelen de kwaliteit van hun woning slechter dan eigen-woningbezitters”

Conclusie

Op basis van de besproken gegevens en verdere analyses lijkt de conclusie gerechtvaardigd dat er een relatie is tussen woningkwaliteit en de gezondheid van bewoners. Een van de belangrijkste voorlopige conclusies is dat het aantal bezoeken aan een arts met 18% stijgt in het geval van een slechte woningkwaliteit. Het volgende deel van ons onderzoek gaat in op het causale verband tussen woningkwaliteit en gezondheid.

Bron en gegevens.

Hoogleraar vastgoedfinanciering en –beleggingen
Gerelateerde artikelen

Typ hier uw vraag...