Van resultaatsturing naar EBITDA-sturing
De begroting van een zorginstelling is vaak een afgeleide van historisch behaalde resultaten en het toekomstig beleid, begrensd door het financieel kader. Vanuit het financieel kader wordt top-down meestal aangestuurd op een resultaat van één tot twee procent van de omzet. Een jaarlijks positief resultaat is noodzakelijk om op de lange termijn voldoende eigen vermogen op te bouwen, zodat zij eventuele risico’s op kan vangen. Sturen op resultaat kan echter ook valkuilen hebben. In dit artikel lichten we toe waarom EBITDA-sturing een geschikter sturingsmiddel is dan resultaatsturing.
Inhoudsopgave
Resultaatsturing vaak nog de norm bij zorginstellingen
Zorginstellingen zijn van oudsher gewend om bij het opstellen van de begroting te sturen op resultaat. Over het algemeen wordt een structureel resultaat van één tot twee procent van de omzet (uitgezonderd van incidentele baten en lasten) noodzakelijk geacht om een gezonde vermogensopbouw te realiseren. Vanuit dit oogpunt is resultaatsturing een logische insteek. Het resultaatniveau is echter onderhevig aan renteschommelingen en zegt vaak weinig over de toekomstige investeringscapaciteit van een zorginstelling. Dit vraagt zeker op de lange termijn om een alternatief sturingsmiddel.
EBITDA als sturingsmiddel voor een duurzame exploitatie
Om de haalbaarheid van uw investeringsprogramma te bepalen is de EBITDA (of beter nog EBITDAR[1]) een effectiever sturingsmiddel. De EBITDA is een benadering voor de vrije kasstromen van een zorgaanbieder. Grootschalige investeringen gaan gepaard met een toename van de rente en afschrijvingen (ervan uitgaande dat externe financiering benodigd is). Om de toenemende kapitaallasten te kunnen dragen, is een bepaald niveau van de EBITDA nodig om het streefresultaat te realiseren. Een zorgaanbieder die momenteel relatief lage kapitaallasten heeft (het pand is afgeschreven of de financiering is afgelost) kan hiervan tijdelijk ‘profiteren’ door een lagere EBITDA te accepteren. Door de lage kapitaallasten kan de instellingen de extra middelen aan personeel te besteden, en nog steeds een positief resultaat realiseren.
Op de korte termijn levert dit geen problemen op. Echter wanneer de zorgaanbieder op de lange termijn weer moet investeren, dan stijgen de kapitaallasten en gaat het resultaat bij continueren van de huidige exploitatie knellen. Resultaatsturing geeft dus niet altijd richting aan de operationele kasstroom die nodig is om een duurzame exploitatie te creëren op de lange termijn. Door te sturen op een toekomstbestendig EBITDA-niveau kan een zorgaanbieder tijdig voorsorteren op de nieuwbouw.
Financiers gebruiken de EBITDA steeds vaker als sturingsmiddel
Naast de solvabiliteit en de Debt Service Coverage Ratio (DSCR), traditioneel gezien de meest gebruikelijke convenanten, nemen financiers steeds vaker een EBITDA-eis op in de kredietdocumentatie. In eerdere artikelen schreven wij reeds over de absolute EBITDA-eis of de Net Debt/EBITDA ratio. Door te sturen op een EBITDA voorkomt de instelling dat zij in de knel komt met haar bancaire convenanten.
Voorafgaand aan het verkrijgen van financiering laten zorginstellingen in de financiële prognose veelal een stijging van de EBITDA zien om het investeringsprogramma te kunnen realiseren. Vanuit het oogpunt van de financier vormt een taakstelling een risico, omdat verbeterprogramma’s altijd onzekerheid met zich meebrengen. Voor financiers doet een reeds gerealiseerde EBITDA-verbetering het logischerwijs beter dan een geprognosticeerde EBITDA-verbetering. Aan de andere kant is een verbetering van de EBITDA soms pas daadwerkelijk te realiseren nadat er is geïnvesteerd. Het is logisch dat een investering een bepaalde ROI met zich meebrengt die zich uiteindelijk vertaalt in een hogere EBITDA. In dat geval blijft het echter wel nog steeds een belofte.
Belangrijke voorwaarden bij EBITDA als sturingsinstrument
De focus verleggen van resultaat naar EBITDA heeft intern grote gevolgen. Indien uw zorginstelling in voorbereiding op een grootschalige nieuwbouw de EBITDA structureel wil verbeteren (om de toekomstige kapitaallasten te kunnen dragen), dan kan dit leiden tot een resultaatsniveau dat tijdelijk hoger ligt dan het niveau in de sector. Vanuit een maatschappelijk oogpunt is het verleidelijk om deze middelen in te zetten voor een kwalitatieve zorg, echter vanuit een risicoperspectief is discipline noodzakelijk. Tegelijkertijd kan het ook verantwoord zijn om een lager resultaat dan twee procent te realiseren (een deel van het vermogen wordt ingezet) wanneer de vermogensopbouw geen twee procent nodig heeft.
In beide gevallen is het van belang de Raad van Toezicht en andere (maatschappelijke) stakeholders zoals cliëntenraad, gemeenten, zorgkantoren en zorgverzekeraars tijdig mee te nemen in de achtergrond van de aansturing en op te leiden in de gekozen aansturingsmethodiek. Bij een hoog of laag resultaat zie je namelijk vaak tegenstrijdige belangen tussen financiers en de maatschappelijke stakeholders waaraan de zorginstelling verantwoording moet afleggen (waarom niet aan de zorg besteed?).
Heeft u vragen over de EBITDA van uw zorginstelling?
Heeft u vragen over de EBITDA, de consequenties voor uw zorginstelling of wilt u sparren over uw specifieke situatie? Neem vrijblijvend contact op met Daan van Houtum. Ons team ondersteunt zorginstellingen op het gebied van financiële sturing.
Heeft u een investeringsopgave en bijbehorende financieringsbehoefte? Dan is de eerste stap het opstellen van een meerjarenprognose om uw toekomstige investeringscapaciteit te bepalen.
[1] De EBITDAR (Earnings Before Interest Taxes Depreciation and Rent) representeert de EBITDA gecorrigeerd voor huur. De EBITDAR-marge geeft daarmee een beter beeld van de vrije kasstroom uit de zorgexploitatie (ook wel de effectiviteit) en maakt zorginstellingen op dit onderdeel beter vergelijkbaar.