Zeven lessen uit het webinar Investeringsstatuut voor de zorg
Om u te helpen bij het professionaliseren van uw investeringsbeleid publiceerden we eind vorig jaar ons model investeringsstatuut. Dit model geeft handvatten bij het beoordelen van investeringen en het aangaan van huurverplichtingen. Het is erop gericht u te ondersteunen met de gedachtevorming en keuzes rondom het investeringsproces.
Tijdens het webinar van 23 mei jl. praatten wij u bij over het gebruik en de mogelijkheden. Ipse de Bruggen deelde haar ervaringen over het investeringsbeleid van en de uitdagingen voor de organisatie. In dit artikel delen we de zeven belangrijkste inzichten en vragen uit het webinar.
Tip: Webinar gemist? U kunt het webinar hier terugkijken.
#1 Investeringen in de zorgsector staan onder druk
Zowel externe ontwikkelingen als interne factoren zorgen ervoor dat investeringen moeilijk van de grond komen. Zorginstellingen hebben te maken (gehad) met zeer sterk gestegen bouwkosten, druk op de tarieven en een grote verduurzamingsopgave. Ook de onzekerheid over de uitwerking van het overheidsbeleid (zijn de geplande verpleegzorgplekken gekwalificeerd als ‘onomkeerbare bouwplannen’?) en de personeelsschaarste (krijgen we de nieuwe locatie voldoende bemenst?) zijn hier debet aan.
Naast deze externe ontwikkelingen ontstaat ook vertraging in de uitvoering door een onvoldoende gestroomlijnd investeringsproces. Het ontbreken van een afgebakend startmoment (veel tijdsinzet zonder duidelijk doel) en onduidelijkheid over rollen en verantwoordelijkheden (risico van dubbel werk en/of op elkaar wachten) zijn hier duidelijke voorbeelden van.
#2 Stakeholders vragen om heldere kaders
Mede als gevolg van de hiervoor genoemde ontwikkelingen hebben stakeholders in toenemende mate behoefte aan duidelijke kaders. Het risicoprofiel en de onzekerheden zijn toegenomen. Parallel daaraan is er ook meer behoefte om investeringsprojecten goed te duiden/in perspectief te plaatsen. In dit licht vragen steeds meer zorgkantoren, financiers en raden van toezicht om het vastleggen en verantwoorden van het investeringsbeleid.
#3 Zorginstellingen ervaren dilemma’s in het huidige investeringsproces
Een poll tijdens het webinar maakte duidelijk dat zorginstellingen knelpunten ervaren in het huidige investeringsproces. 30% gaf aan dat er sprake is van terugkerende discussie over de uitgangspunten. Die discussie werkt niet alleen vertragend, maar zorgt ook voor onzekerheid over de juistheid van de uitkomsten. Andere zorginstellingen ervaren dilemma’s over de ‘onrendabelheid’ van projecten, onduidelijkheid over rollen en verantwoordelijkheden en het ontbreken van voldoende zicht op de risico’s.
#4 Veel zorginstellingen beschikken nog niet over expliciet uitgewerkt investeringsbeleid
Uit een andere poll kwam naar voren dat het grootste deel van de zorginstellingen geen expliciet uitgewerkt investeringsbeleid heeft, waarin zowel het proces als de toetsingscriteria helder zijn omschreven. Investeringen worden vaak case-by-case beoordeeld, en in verschillende procesdocumenten wordt slechts zijdelings aandacht besteed aan investeringen (samen 50%). Daar tegenover staat dat het aantal instellingen dat helemaal niets heeft vastgelegd over het investeringsbeleid, slechts beperkt is (3%). Een substantiële groep gaf aan over globaal uitgewerkt investeringsbeleid te beschikken (36%).
#5 Wat is het grootste risico als je geen investeringsstatuut hebt?
Eén van de deelnemers vroeg zich af welke risico’s je loopt als je geen investeringsstatuut hebt. Dit is deels al naar voren gekomen in #1 en #3 van dit artikel. We kunnen de vraag ook omdraaien: wat zijn de belangrijkste voordelen?
Een investeringsstatuut draagt bij aan:
- Een beheersbaar investeringsproces (één centraal toetsingsdocument)
- Transparantie in besluitvorming
- Toetsing op basis van objectieve beoordelingscriteria
- Eenduidige spelregels/uitgangspunten voor de projectbeoordeling
- Een toetsingskader voor de RvT
Samenvattend: een investeringsstatuut levert een belangrijke bijdrage aan I) een inhoudelijk goede projectbeoordeling en II) een zorgvuldig en efficiënt (en wellicht versneld) investeringsproces.
#6 Moet er in het besluitvormingsproces gekeken worden naar life cycle costs?
Linda Schwartzmans (manager vastgoed bij Ipse de Bruggen) gaf tijdens het webinar een toelichting op het investeringsbeleid van haar organisatie. Eén van de aspecten die daarbij naar voren kwam was de zogeheten life cycle costs benadering. Met die invalshoek wordt een bredere scope gehanteerd dan met de NHC. Dit heeft onder andere te maken met het gegeven dat de vergoeding voor energie en een deel van het onderhoud worden bekostigd vanuit de component materieel van het tarief. Uit de poll van het webinar kwam naar voren dat verreweg het grootste deel van de deelnemers eenzelfde benadering voorstaat (91%).
#7 Wat is de relatie van het investeringsstatuut met andere investeringen (ICT, inventaris etc.)?
Het model investeringsstatuut richt zich specifiek op investeringen in vastgoed (en het aangaan van langlopende huurverplichtingen gerelateerd aan vastgoed). Gezien het specifieke karakter van vastgoed en het bijbehorende investeringsproces (inclusief bijbehorende bouwfasen) is het overzichtelijker om voor investeringen in andere activa (ICT, inventaris) met een andersoortig proces en andere betrokkenen een separaat kader te hanteren. Uiteraard kan daarbij gebruik worden gemaakt van de elementen die in het model statuut voor vastgoedinvesteringen zijn opgenomen.
Sparren over uw beoordelingskader?
Wilt u zelf ook aan de slag met het investeringsproces bij uw organisatie? We denken graag met u mee over het inrichten van het investeringsproces en het formuleren van de kaders. Interesse in een demo van ons standaard investeringsmodel? Bekijk hier de mogelijkheden, stel uw vraag via onderstaand formulier of neem contact op met Corstiaan Verweij.
"*" geeft vereiste velden aan